Hoogbegaafde kinderen hebben vaak specifieke ondersteuning nodig. Hun gedrag kan thuis heel anders zijn dan op school. Dat de ouders en professionals goed met elkaar samenwerken, is voor deze kinderen extra belangrijk. Inge Planteydt begeleidt vanuit haar bedrijf BlinQ al sinds 2011 ouders van hoogbegaafde kinderen en ervaart hoe het thuis of op school vaak misloopt. In haar training ‘In gesprek met ouders van HB-kinderen’ voor leerkrachten en IB’ers benadrukt ze het belang van een stevige pedagogische driehoek. Inge Planteydt geeft de training 'In gesprek met ouders van HB-kinderen'.
Een stevige pedagogische driehoek heeft vertrouwen als basis
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak specifieke ondersteuning nodig. Hun gedrag kan thuis heel anders zijn dan op school. Dat de ouders en professionals goed met elkaar samenwerken, is voor deze kinderen extra belangrijk. Inge Planteydt begeleidt vanuit haar bedrijf BlinQ al sinds 2011 ouders van hoogbegaafde kinderen en ervaart hoe het thuis of op school vaak misloopt. In haar training ‘In gesprek met ouders van HB-kinderen’ voor leerkrachten en IB’ers benadrukt ze het belang van een stevige pedagogische driehoek. Inge Planteydt geeft de training "In gesprek met ouders van HB-kinderen"
Google eens ‘hoogbegaafdheid’
Inge Planteydt vergaarde na haar studie sociaalpedagogische hulpverlening veel ervaring in verschillende functies in de hulpverlening. Ook werkte ze met uiteenlopende doelgroepen. Daarnaast is Inge moeder van twee fantastische knullen, ondertussen twintigers die stevig in het leven staan. In de opvoeding van de jongens liep ze tegen wat hobbels aan. Ook op de school van de jongens ontstonden er problemen. Inge begreep niet wat er gebeurde. Tot ze de tip kreeg om eens info over hoogbegaafdheid te googelen.
‘De puzzelstukjes vielen in elkaar. Ik herkende zoveel: de worstelingen in de opvoeding én de mismatch met het onderwijssysteem. Ik zoog als een spons alle informatie op die ik kon vinden.’
Top vijf uitdagingen en een Eigen-wijs Web
Inge startte de opleiding ‘Talentbegeleider’ bij Novilo. Omdat de focus in deze opleiding vooral op het onderwijs lag, besloot ze om haar eigen professionele ervaring in de hulpverlening met haar ervaringen in de opvoeding van haar kinderen te combineren. Ze stelde een enquête op en peilde bij ouders van hoogbegaafde kinderen naar de vijf grootste uitdagingen waar zij in de opvoeding tegenaan liepen. Ook vroeg ze de ouders aan welke kennis over hoogbegaafdheid zij veel hadden gehad. Vervolgens ging Inge op zolder met schaar en lijm aan de slag met de input van wel honderdvijftig respondenten.
‘Ik had goud in handen. Op basis van de uitdagingen die de ouders aangaven ontwikkelde ik het Web Eigen-wijs opvoeden. Een web, omdat alles met elkaar verbonden is.’
Specifieke zijnskenmerken
De verschillende elementen in het Web Eigen-wijs opvoeden hangen samen met de ‘zijnskenmerken’ die volgens HB-autoriteit Tessa Kieboom hoogbegaafde kinderen typeren. Hoogbegaafde kinderen denken, voelen en leren anders dan gemiddeld begaafde kinderen. Ze beleven gebeurtenissen en emoties intenser en zijn vaak verbaal erg sterk. Hun gevoel voor rechtvaardigheid is groot. Ze zijn vaak erg perfectionistisch, faalangst is een veelvoorkomende valkuil. Jezelf aanpassen versus jezelf zijn: dat dilemma kwam als grootste uit het onderzoek dat Inge deed.
‘Voor veel hoogbegaafde kinderen is aansluiting bij leeftijdgenoten ingewikkeld, terwijl dat zo belangrijk is voor hun welzijn. Sommige kinderen vertonen vervolgens opstandig gedrag en hebben thuis of op school heftige driftbuien, anderen trekken zich juist helemaal terug. Soms dreigt schooluitval. Veel ouders gaven aan de zijnskenmerken, de mismatch met het onderwijs en het gebrek aan peers leidden tot andere problemen, zoals eet- of slaapproblemen.’
Pedagogische driehoek
Inge begon in 2011 met het individueel begeleiden van de ouders van hoogbegaafde kinderen. Ze gaf ook lezingen en trainingen rond de onderwerpen in het Eigen-Wijs Web en werd ingeschakeld door wijkteams en Centra voor Jeugd en Gezin. Daarnaast sloot Inge regelmatig aan bij overleggen op school. Ze adviseerde naast ouders ook leerkrachten en ib’ers en besloot om zich te verdiepen in de pedagogische driehoek bij hoogbegaafde kinderen. In de driehoek staat het kind bovenin. De ouders staan linksonder, de leerkracht vormt het punt rechtsonder in de driehoek.
‘De ouders zijn er het eerst, zij geven genen door en hebben al voor de geboorte allerlei gedachten en wensen. Zij zijn de blijvende pilaar, onderwijsprofessionals zijn onmisbare passanten. Leerkrachten op school worden voorafgegaan door de gynaecoloog en kraamverzorgster, door professionals van het kinderdagverblijf, de voorschool of peuterspeelzaal. Vaak is er bij hoogbegaafde kinderen best al wat gebeurd in de onderste balk: een wissel van kinderdagverblijf en/of school bijvoorbeeld. Dat maakt de onderste balk al minder stabiel. Terwijl het voor hoogbegaafde kinderen juist extra belangrijk is dat die sterk is, opdat een kind erop kan leunen.
Irritante of betrokken ouders?
Hoogbegaafdheid is meestal genetisch. Ook de ouders zijn vaak kritisch, gevoelig, perfectionistisch en verbaal sterk. Sommige ouders schromen om met hun zorgen aan te kloppen bij school. Andere ouders sturen lange mails en staan in het klaslokaal voor een gesprek, juist wanneer de leerkracht heel druk is. Inge snapt dat leerkrachten deze ouders vaak als ‘irritant’ ervaren, zij zien de twijfel die voorafging aan een zoveelste mail of gesprekje niet. In de training benadrukt ze dat deze ouders juist heel betrokken zijn. Deze betrokkenheid vormt de basis van een stevige vertrouwensrelatie, waarin het kind centraal staat.
‘Het kind komt als enige in beide werelden. Als de ouders en school niet goed samenwerken, raakt het in een spagaat. In het midden van de driehoek moet er vertrouwen zijn. Als er dingen misgegaan zijn in het verleden, is er aan dit vertrouwen geknabbeld. Je bent als onderwijsprofessional verantwoordelijk om dit vertrouwen te herstellen.’
Sterke navelstreng en analytische blik
Terwijl de ouders een sterke navelstreng hebben met hun kind, hebben de leerkrachten en ib’ers een koffer aan ervaringen met verschillende soorten kinderen. Zij hebben een scherpe analytische blik, zij kunnen problemen herkennen en weten welke methodes er zijn. Bij een fijne samenwerking versterken beide invalshoeken elkaar en zijn deze verschillen het onderwerp van gesprek. Waarom gedraagt het kind zich op school voorbeeldig en heeft het thuis juist woedeaanvallen? Waarom lijken ouders amper te geven om de mooie resultaten op de Cito-toets?
‘Voor ouders kan een prille vriendschap in de klas veel belangrijker zijn dan de resultaten van een toets. Als je daarover praat, worden de invalshoeken waarmee je naar het kind kijkt rijker. Er is vertrouwen nodig om te praten over het verschil in gedrag thuis en op school. Zo breng je de onderste poten van de driehoek dichter bij elkaar. De training die ik vanuit het samenwerkingsverband geef is, bestaat uit drie sessies (op 24 januari, 7 en 21 februari) en heeft als doel de onderste balk in de driehoek te verstevigen.’
Google eens ‘hoogbegaafdheid’
Inge Planteydt vergaarde na haar studie sociaalpedagogische hulpverlening veel ervaring in verschillende functies in de hulpverlening. Ook werkte ze met uiteenlopende doelgroepen. Daarnaast is Inge moeder van twee fantastische knullen, ondertussen twintigers die stevig in het leven staan. In de opvoeding van de jongens liep ze tegen wat hobbels aan. Ook op de school van de jongens ontstonden er problemen. Inge begreep niet wat er gebeurde. Tot ze de tip kreeg om eens info over hoogbegaafdheid te googelen.
‘De puzzelstukjes vielen in elkaar. Ik herkende zoveel: de worstelingen in de opvoeding én de mismatch met het onderwijssysteem. Ik zoog als een spons alle informatie op die ik kon vinden.’
Top vijf uitdagingen en een Eigen-wijs Web
Inge startte de opleiding ‘Talentbegeleider’ bij Novilo. Omdat de focus in deze opleiding vooral op het onderwijs lag, besloot ze om haar eigen professionele ervaring in de hulpverlening met haar ervaringen in de opvoeding van haar kinderen te combineren. Ze stelde een enquête op en peilde bij ouders van hoogbegaafde kinderen naar de vijf grootste uitdagingen waar zij in de opvoeding tegenaan liepen. Ook vroeg ze de ouders aan welke kennis over hoogbegaafdheid zij veel hadden gehad. Vervolgens ging Inge op zolder met schaar en lijm aan de slag met de input van wel honderdvijftig respondenten.
‘Ik had goud in handen. Op basis van de uitdagingen die de ouders aangaven ontwikkelde ik het Web Eigen-wijs opvoeden. Een web, omdat alles met elkaar verbonden is.’
Specifieke zijnskenmerken
De verschillende elementen in het Web Eigen-wijs opvoeden hangen samen met de ‘zijnskenmerken’ die volgens HB-autoriteit Tessa Kieboom hoogbegaafde kinderen typeren. Hoogbegaafde kinderen denken, voelen en leren anders dan gemiddeld begaafde kinderen. Ze beleven gebeurtenissen en emoties intenser en zijn vaak verbaal erg sterk. Hun gevoel voor rechtvaardigheid is groot. Ze zijn vaak erg perfectionistisch, faalangst is een veelvoorkomende valkuil. Jezelf aanpassen versus jezelf zijn: dat dilemma kwam als grootste uit het onderzoek dat Inge deed.
‘Voor veel hoogbegaafde kinderen is aansluiting bij leeftijdgenoten ingewikkeld, terwijl dat zo belangrijk is voor hun welzijn. Sommige kinderen vertonen vervolgens opstandig gedrag en hebben thuis of op school heftige driftbuien, anderen trekken zich juist helemaal terug. Soms dreigt schooluitval. Veel ouders gaven aan de zijnskenmerken, de mismatch met het onderwijs en het gebrek aan peers leidden tot andere problemen, zoals eet- of slaapproblemen.’
Pedagogische driehoek
Inge begon in 2011 met het individueel begeleiden van de ouders van hoogbegaafde kinderen. Ze gaf ook lezingen en trainingen rond de onderwerpen in het Eigen-Wijs Web en werd ingeschakeld door wijkteams en Centra voor Jeugd en Gezin. Daarnaast sloot Inge regelmatig aan bij overleggen op school. Ze adviseerde naast ouders ook leerkrachten en ib’ers en besloot om zich te verdiepen in de pedagogische driehoek bij hoogbegaafde kinderen. In de driehoek staat het kind bovenin. De ouders staan linksonder, de leerkracht vormt het punt rechtsonder in de driehoek.
‘De ouders zijn er het eerst, zij geven genen door en hebben al voor de geboorte allerlei gedachten en wensen. Zij zijn de blijvende pilaar, onderwijsprofessionals zijn onmisbare passanten. Leerkrachten op school worden voorafgegaan door de gynaecoloog en kraamverzorgster, door professionals van het kinderdagverblijf, de voorschool of peuterspeelzaal. Vaak is er bij hoogbegaafde kinderen best al wat gebeurd in de onderste balk: een wissel van kinderdagverblijf en/of school bijvoorbeeld. Dat maakt de onderste balk al minder stabiel. Terwijl het voor hoogbegaafde kinderen juist extra belangrijk is dat die sterk is, opdat een kind erop kan leunen.
Irritante of betrokken ouders?
Hoogbegaafdheid is meestal genetisch. Ook de ouders zijn vaak kritisch, gevoelig, perfectionistisch en verbaal sterk. Sommige ouders schromen om met hun zorgen aan te kloppen bij school. Andere ouders sturen lange mails en staan in het klaslokaal voor een gesprek, juist wanneer de leerkracht heel druk is. Inge snapt dat leerkrachten deze ouders vaak als ‘irritant’ ervaren, zij zien de twijfel die voorafging aan een zoveelste mail of gesprekje niet. In de training benadrukt ze dat deze ouders juist heel betrokken zijn. Deze betrokkenheid vormt de basis van een stevige vertrouwensrelatie, waarin het kind centraal staat.
‘Het kind komt als enige in beide werelden. Als de ouders en school niet goed samenwerken, raakt het in een spagaat. In het midden van de driehoek moet er vertrouwen zijn. Als er dingen misgegaan zijn in het verleden, is er aan dit vertrouwen geknabbeld. Je bent als onderwijsprofessional verantwoordelijk om dit vertrouwen te herstellen.’
Sterke navelstreng en analytische blik
Terwijl de ouders een sterke navelstreng hebben met hun kind, hebben de leerkrachten en ib’ers een koffer aan ervaringen met verschillende soorten kinderen. Zij hebben een scherpe analytische blik, zij kunnen problemen herkennen en weten welke methodes er zijn. Bij een fijne samenwerking versterken beide invalshoeken elkaar en zijn deze verschillen het onderwerp van gesprek. Waarom gedraagt het kind zich op school voorbeeldig en heeft het thuis juist woedeaanvallen? Waarom lijken ouders amper te geven om de mooie resultaten op de Cito-toets?
‘Voor ouders kan een prille vriendschap in de klas veel belangrijker zijn dan de resultaten van een toets. Als je daarover praat, worden de invalshoeken waarmee je naar het kind kijkt rijker. Er is vertrouwen nodig om te praten over het verschil in gedrag thuis en op school. Zo breng je de onderste poten van de driehoek dichter bij elkaar. De training die ik vanuit het samenwerkingsverband geef is, bestaat uit drie sessies (op 24 januari, 7 en 21 februari) en heeft als doel de onderste balk in de driehoek te verstevigen.’
Reactie plaatsen
Reacties